Responsive image

Bijlage I PERSONELE WERKINGSSFEER VAN DE VERORDENING

Download de app voor meer functionaliteit.

Bijlage I PERSONELE WERKINGSSFEER VAN DE VERORDENING

I. Werknemers en/of zelfstandigen (Artikel 1, onder a), ii), en iii), van de verordening)

A. BELGIË

Niet van toepassing.

B. BULGARIJE

Als zelfstandige in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt ieder die werkt zonder arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 4, lid 3, punt 5 en punt 6, van de socialezekerheidswet.

C. TSJECHIË

Niet van toepassing.

D. DENEMARKEN

1. Als werknemer in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt ieder op wie uit hoofde van de uitoefening van werkzaamheden in loondienst van toepassing is:

a) voor de periode tot 1 september 1977: de wetgeving inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten;

b) voor de periode vanaf 1 september 1977: de aanvullende pensioenregeling voor werknemers (arbejdsmarkedets tillaegspension, ATP).

2. Als zelfstandige in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt degene die, uit hoofde van de wet inzake dagvergoedingen in geval van ziekte of moederschap, recht heeft op deze uitkeringen op basis van een ander beroepsinkomen dan loon.

E. DUITSLAND

Wanneer een Duits orgaan bevoegd is voor de toekenning van gezinsbijlagen overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel III van de verordening, wordt in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening aangemerkt:

a) als werknemer, degene die verplicht verzekerd is tegen werkloosheid of degene die, aansluitend op deze verzekering, uitkeringen van de ziekteverzekering of soortgelijke uitkeringen verkrijgt, of elke gevestigde ambtenaar die een salaris ontvangt in verhouding tot zijn/haar ambtenarenstatus dat tenminste gelijk is aan het salaris dat, in het geval van een werknemer, zou leiden tot een verplichte werkloosheidsverzekering;

b) als zelfstandige, degene die werkzaamheden anders dan in loondienst uitoefent en die verplicht is:

— zich te verzekeren of bij te dragen voor het ouderdomsrisico in een stelsel voor zelfstandigen, of

— zich te verzekeren in het kader van de verplichte pensioenverzekering.

F. ESTLAND

Niet van toepassing.

G. GRIEKENLAND

1. Als werknemers in de zin van artikel 1, onder a), iii), van de verordening worden aangemerkt degenen die zijn verzekerd in het kader van het OGA-stelsel, die uitsluitend in loondienst werkzaam zijn of die aan de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat onderworpen zijn of zijn geweest en die dientengevolge de hoedanigheid van werknemer in de zin van artikel 1, onder a), van de verordening hebben of gehad hebben.

2. Voor de uitkering van de kinderbijslag van het nationale stelsel worden als werknemers in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening aangemerkt de in artikel 1, onder a), i) en iii), van de verordening bedoelde personen.

H. SPANJE

Niet van toepassing.

I. FRANKRIJK

Indien een Franse instelling bevoegd is voor de toekenning van de gezinsbijslagen overeenkomstig titel III, hoofdstuk 7, van de verordening:

1. wordt als werknemer in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening beschouwd, elke persoon die verplicht bij de sociale zekerheid aangesloten is overeenkomstig artikel L 311-2 van de „Code de la Sécurité Sociale”, en die voldoet aan de minimumvoorwaarden inzake activiteit en bezoldiging die in artikel L 313-1 van de „Code de la Sécurité Sociale” zijn vastgesteld om in aanmerking te komen voor uitkeringen in het kader van de ziekteverzekering, geboorte-uitkeringen, invaliditeitsuitkeringen, dan wel de persoon die genoemde uitkeringen geniet;

2. wordt als zelfstandige in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening beschouwd, elke persoon die een activiteit anders dan in loondienst uitoefent en verplicht is zich tegen het ouderdomsrisico te verzekeren bij een stelsel voor zelfstandigen en daarvoor bijdragen te betalen.

J. IERLAND

1. Als werknemer in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt degene die verplicht of vrijwillig verzekerd is overeenkomstig de bepalingen van de afdelingen 12, 24 en 70 van de geconsolideerde wet op de sociale bescherming van 2005 (Social Welfare Consolidation Act 2005).

2. Als zelfstandige in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt degene die verplicht of vrijwillig verzekerd is overeenkomstig de bepalingen van de afdelingen 20 en 24 van de geconsolideerde wet op de sociale bescherming van 2005 (Social Welfare Consolidation Act 2005).

K. ITALIË

Niet van toepassing.

L. CYPRUS

Niet van toepassing.

M. LETLAND

Niet van toepassing.

N. LITOUWEN

Niet van toepassing.

O. LUXEMBURG

Niet van toepassing.

P. HONGARIJE

Niet van toepassing.

Q. MALTA

Als zelfstandige in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt, een „self-employed person” dan wel een „self-occupied person” in de zin van de Socialezekerheidswet (Hoofdstuk 318) van 1987.

R. NEDERLAND

Als zelfstandige in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt degene die anders dan in dienstbetrekking zijn beroepswerkzaamheden uitoefent.

S. OOSTENRIJK

Niet van toepassing.

T. POLEN

Niet van toepassing.

U. PORTUGAL

Niet van toepassing.

V. ROEMENIË

Niet van toepassing.

W. SLOVENIË

Niet van toepassing.

X. SLOWAKIJE

Niet van toepassing.

Y. FINLAND

Als werknemer of zelfstandige in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt ieder die werknemer of zelfstandige is in de zin van de wetgeving inzake de werknemerspensioenregeling.

Z. ZWEDEN

Personen die betaalde werkzaamheden verrichten en op dit inkomen zelf hun premies betalen overeenkomstig hoofdstuk 3, lid 3, van de Wet op de sociale premies (2000:980) worden als zelfstandigen beschouwd.

AA. VERENIGD KONINKRIJK

Als werknemer of als zelfstandige in de zin van artikel 1, onder a), ii), van de verordening wordt aangemerkt ieder die in de zin van de wettelijke regeling van Groot-Brittannië of van Noord-Ierland werknemer (employed earner) of zelfstandige (self-employed earner) is en ieder voor wie als werknemer (employed person) of zelfstandige (self-employed person) in de zin van de wettelijke regeling van Gibraltar bijdragen moeten worden betaald.

II. Gezinsleden (Artikel 1, onder f), tweede zin, van de verordening)

A. BELGIË

Niet van toepassing.

B. BULGARIJE

Niet van toepassing.

C. TSJECHIË

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk 1 van Titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot en/of een kind ten laste verstaan als gedefinieerd in Wet nr. 117/1995 Sb. betreffende het overheidsstelsel van sociale bijstand.

D. DENEMARKEN

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen bij ziekte en moederschap op grond van artikel 22, lid 1, letter a)), en van artikel 31 van de verordening wordt met de uitdrukking „gezinslid” bedoeld:

1. de echtgenoot/echtgenote van een werknemer, een zelfstandige of een ander persoon die volgens de verordening de hoedanigheid van rechthebbende bezit, voorzover hij of zij niet uit eigen naam reeds de hoedanigheid van rechthebbende in de zin van deze verordening bezit

2. of een kind van minder dan 18 jaar dat zich bevindt onder de hoede van een persoon die volgens deze verordening de hoedanigheid van rechthebbende bezit.

E. DUITSLAND

Niet van toepassing.

F. ESTLAND

Niet van toepassing.

G. GRIEKENLAND

Niet van toepassing.

H. SPANJE

Niet van toepassing.

I. FRANKRIJK

Voor de vaststelling van het recht op gezinsbijslagen heeft de uitdrukking „gezinslid” betrekking op alle in artikel L 512-3 van het Wetboek van sociale zekerheid genoemde personen.

J. IERLAND

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen bij ziekte en moederschap op grond van de verordening, wordt onder „gezinslid” verstaan eenieder die voor de toepassing van de Health ACTS (volksgezondheidswetgeving) van 1947 tot en met 2004 wordt aangemerkt als persoon ten laste van de werknemer of de zelfstandige.

K. ITALIË

Niet van toepassing.

L. CYPRUS

Niet van toepassing.

M. LETLAND

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk 1 van Titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot, of kind jonger dan 18 jaar verstaan.

N. LITOUWEN

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk 1 van Titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot, of kind jonger dan 18 jaar verstaan.

O. LUXEMBURG

Niet van toepassing.

P. HONGARIJE

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen overeenkomstig de bepalingen van titel III, hoofdstuk 1, van de verordening wordt onder „gezinslid” verstaan een echtgenoot of kind ten laste in de zin van artikel 685, onder b), van het Burgerlijk Wetboek.

Q. MALTA

Niet van toepassing.

R. NEDERLAND

Voor de vaststelling van het recht op prestaties op grond van de hoofdstukken 1 en 4 van Titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot, geregistreerde partner of kind jonger dan 18 jaar verstaan.

S. OOSTENRIJK

Niet van toepassing.

T. POLEN

Niet van toepassing.

U. PORTUGAL

Niet van toepassing.

V. ROEMENIË

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk 1 van Titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot, een ouder ten laste, of een kind jonger dan 18 jaar (of een kind jonger dan 26 jaar en ten laste) verstaan.

W. SLOVENIË

Niet van toepassing.

X. SLOWAKIJE

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk 1 van titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot en/of een kind ten laste verstaan zoals gedefinieerd in de Wet betreffende kinderbijslag.

Y. FINLAND

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk I van Titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot of kind verstaan als gedefinieerd in de Wet op de ziekteverzekering.

Z. ZWEDEN

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk I van Titel III van de verordening wordt onder „gezinslid” een echtgenoot, of kind jonger dan 18 jaar verstaan.

AA. VERENIGD KONINKRIJK

Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen wordt onder „gezinslid” verstaan:

1. in de zin van de wettelijke regelingen van Groot-Brittannië en van Noord-Ierland:

1. de echtgeno(o)t(e), op voorwaarde dat

a) deze, ongeacht of het een werknemer of zelfstandige dan wel een andere rechthebbende in de zin van deze verordening betreft,

i) met zijn/haar echtgeno(o)t(e) samenwoont of

ii) bijdraagt in het levensonderhoud van laatstgenoemde,

en

b) de echtgeno(o)t(e)

i) geen inkomen heeft als werknemer, zelfstandige of rechthebbende in de zin van deze verordening.

ii) geen prestaties van de sociale zekerheid of een pensioen uit hoofde van zijn/haar eigen verzekering geniet;

2. een persoon die een kind verzorgt, op voorwaarde dat

a) de werknemer, de zelfstandige of een andere rechthebbende in de zin van deze verordening

i) met die persoon als man of vrouw samenleeft, of

ii) bijdraagt in het onderhoud van die persoon,

en

b) de betrokken persoon

i) geen inkomen heeft als werknemer, zelfstandige of rechthebbende in de zin van de verordening, noch

ii) prestaties van de sociale zekerheid of een pensioen uit hoofde van zijn/haar verzekering geniet;

3. een kind waarvoor de persoon, de werknemer, de zelfstandige of andere rechthebbende in de zin van deze verordening kinderbijslag ontvangt of zou kunnen ontvangen;

2. in de zin van de wettelijke regeling van Gibraltar:

iedere persoon die ingevolge de Group Practice Scheme Ordinance van 1973 als gezinslid wordt beschouwd.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.